Interview uit de Scheepvaartkrant van 02-11-1999 doo L. Saaij
Als Anna Maria Kuiper werd ze geboren en in mei is ze 100 jaar
geworden. Op haar negentiende trouwde ze met Jan Kersten, een
schipperszoon met een eigen schip, de kempenaar Anton. Het werd een
gelukkig en warm huwelijk, dat uitgroeide tot een gezin met 15
kinderen, 58 kleinkinderen, 102 achterkleinkinderen en drie
achter-achterkleinkinderen. Ze maakte de nadagen van de zeilvaart en de
trekschuiten nog mee, maar hoefde zelf nooit aan boord mee te werken.
Nog één kleinzoon, Antoon geheten, vaart, maar verder
zijn het nu allemaal recreatieschippers. Marie Kersten vindt het
allemaal prima. Ze gunt iedereen zijn eigen levenswijze. 'Vroeger was
vroeger en nu is nu,' aldus de schipperse in ruste.
Mevrouw Kersten is, in tegenstelling tot haar man, van huis uit geen
schipperskind, al kwam ze wel veel in aanraking met het varende volk.
Haar ouders hadden een café-restaurant bij de brug van Beek, het
huidige Beek en Donk. Jan Kersten kwam daar ook regelmatig. De jonge
pronte kasteleinsdochter beviel hem en op haar negentiende jaar gaf ze
hem haar jawoord. Het had heel goed anders kunnen gaan, want na het
doorlopen van de lagere school mocht Marie Kuiper doorleren van haar
ouders. In Beek was alleen een lagere school, dus vertrok ze naar een
kostschool in Aarle-Rixtel en ging de opleiding volgen tot
onderwijzeres. Het mag gerust bijzonder genoemd worden dat zij mocht
doorleren, veel meisjes moesten in die tijd in betrekking of thuis
meehelpen. Ze maakte haar studie echter niet af. Familieomstandigheden
maakten het noodzakelijk dat ze naar huis kwam, om mee te helpen in de
zaak. 'Dat deed je gewoon. Het kwam niet in je op om je daar tegen te
verzetten,' zegt ze nu. Ze heeft er ook beslist geen spijt van dat het
zo gelopen is.
Rustiger
Ze is de oudste uit een gezin van tien kinderen. Nog één
broer en twee zussen zijn in leven. De 'Kuiperkant' blijkt heel sterk
te zijn. 'Ik denk dat dat komt omdat het leven vroeger toch rustiger
was. Je moest wel hard werken en je kreeg veel kinderen, maar er stond
niet zo'n druk op,' aldus mevrouw Kersten. Grote gezinnen waren in haar
jonge jaren heel gewoon.' Die kinderen kwamen ook niet allemaal
tegelijk,' relativeert ze meteen. De kasteleinsdochter kijkt met veel
genoegen terug op haar leven als schippersvrouw. Het varen heeft ze
altijd fijn gevonden. Elf van de vijftien kinderen zijn aan boord
geboren. 'We hebben veel op de Rijn gevaren. Ik hoefde helemaal niets
te doen aan boord, alleen maar voor de kinderen en het huishouden te
zorgen. We hadden altijd een knecht aan boord,' vertelt ze. 'Pappa deed
zelf ook niet zo veel aan boord, Hij was meer een herenschipper,' vult
dochter Peet aan.
Kinderen die oud genoeg waren om naar school te gaan gingen niet naar
een schippersinternaat, maar naar een kostschool in Blerick, Lithoyen
of Aarle Rixtel. De jongens die van school kwamen werkten eerst een
tijd bij vader aan boord, tot ze een jaar of zestien waren. De meisjes
zochten werk aan de wal en gingen intern.
Mooiste schip
De Anton was volgens mevrouw Kersten het mooiste schip van de
Zuidwillemsvaart. 'Mijn man heeft het schip zelf laten bouwen. Er zat
een voor die tijd grote woning op. Natuurlijk hadden de kinderen niet
allemaal een eigen kamer, dat kon ook niet. In de oorlog is de Anton in
beslag genomen door de Duitsers. Na de oorlog werd het schip
teruggevonden. Het was waarschijnlijk gebruikt voor het transport van
landingsvaartuigen, want de kop was er af. We hebben het schip
teruggekregen en er is een nieuwe stuurhut op gezet. Drie van onze
jongens zijn er toen mee gaan varen, mijn man bleef met ons aan de wal
wonen, in Oss. Eind jaren zestig is het schip verkocht. We woonden
eerst in Rotterdam, nadat ons schip was gevorderd. Toen de
bombardementen begonnen zijn we gevlucht naar Oss en daar gebleven.
Mijn man heeft het varen niet zo gemist, hij was ook twintig jaar ouder
dan ik. Zelf heb ik het varen ook niet heel erg gemist, maar ik vond
het wel gezelliger op een schip.'
Verhalen
In de familie doen veel verhalen de ronde over de avonturen die aan
boord werden beleefd. Mevrouw Kersten vertelde en vertelt er graag
over. 'We hebben tussen kerst en nieuwjaar eens acht dagen vastgezeten
op het Alkmaardermeer. We waren omhoog gelopen, de sleepboot liet ons
liggen want de kapitein wist de weg niet. Het water was toen erg laag
en er kwamen bijna geen schepen. Mijn man is toen met de roeiboot naar
de wal gegaan om te bellen en inkopen te doen. Pas na acht dagen kwam
er een schip dat ons heeft gelost, zodat we vrij kwamen. Dat was best
wel spannend,'' zo blikt de eeuwelinge terug. Ook op de Maas bij de
brug van Namen werd eens een angstig uurtje beleefd, toen de stroom er
heel sterk was en het sleepschip meetrok, de verkeerde kant op. Toen
moesten de kinderen allemaal klaarstaan om meteen van boord te kunnen.
Iedereen was bang, ondanks de aanwezigheid van een loods aan boord.
'Ach, als je lang leeft, maak je ook veel mee,' zegt mevrouw Kersten
wijs.
Feestvieren
Mevrouw Kersten woont sinds vijf jaar in De Ruwaard, een
verzorgingshuis met aanleunwoningen, waar inmiddels ook drie van haar
kinderen zijn neergestreken. 'Daarvoor woonde ze zelfstandig en deed ze
alles nog zelf. Ook nu mogen we nog bijna niks voor haar doen,' vertelt
een van de aanwezige dochters.
'Ik laat nu soms wel eens wat aan
anderen over hoor,' protesteert de 100-jarige meteen. Haar gezondheid
begint nu wat terug te lopen. Al zou een buitenstaander dat niet zo
gauw opmerken. Ze heeft nog een druk leven, doet overal aan mee. Elke
dag komen er kinderen of kleinkinderen op bezoek. De avonden echter
zijn haar heilig. Dan leest ze wat of kijkt televisie en is ze graag
alleen op haar kamer.
Toen ze haar honderdste levensjaar bereikte is er uitbundig feest
gevierd. Het werd de dag van haar leven met een drukke receptie, bezoek
van de burgemeester en een apart feest voor alle kleinkinderen. Ook de
directie van het verzorgingshuis maakte veel werk van deze bijzondere
verjaardag. Mevrouw Kersten is de eerste honderdjarige onder de
bewoners, dus speciale aandacht vond men wel op zijn plaats.
'Moeder viert graag feest. Ze slaat geen verjaardag of feestdag over.
Dat deed ze vroeger al, toen wij nog thuis woonden. We zijn allemaal
vanuit huis getrouwd. Moeder huurde dan een kookster in en het was de
hele dag door feest. Daar was ze al weken van tevoren mee bezig. Je
hoefde echt geen zaal te huren,' aldus de trotse dochters. Het feest
werd meestal opgeluisterd door een optreden van het familiekoor.
Mevrouw Kersten maakte daar geen deel van uit, ze kon niet goed genoeg
zingen. Ze blonk echter uit in het voordragen van verzen en gedichten.
Tot voor kort schudde ze die nog uit haar mouw, maar nu laat het
geheugen het, net als het gehoor, wel eens afweten. 'Ik ben altijd goed
gezond geweest, maar een mens slijt nu eenmaal,' is haar nuchtere
vaststelling. Trots zijn de kinderen ook op de zelfstandigheid en
ondernemingslust die hun moeder altijd aan den dag heeft gelegd. 'Op
haar 57ste jaar kwam ze er alleen voor te staan, toen vader overleed.
Toen de kinderen eenmaal groot waren ging ze er zelf op uit. Als eerste
in de familie stapte ze in het vliegtuig, op weg naar een buitenlandse
vakantiebestemming, zoals Italië en Zwitserland. Ze kon ook goed
naaien, breien en borduren. Ze heeft heel veel kleding voor ons
gemaakt,' herinneren de dames zich. Moeder vindt dat vanzelfsprekend.
Tenslotte telde haar gezin tien 'hofdames', zoals ze haar meisjes
betitelt. 'Met zoveel kinderen had ik anders een hele C&A nodig
gehad,'is haar conclusie.
Mevrouw Kersten is nog steeds levenslustig en slaat geen verjaardagsfeest of feestdag over.
Het gezin van Jan en Marie Kersten telde in 1940 dertien kinderen.